Bewaren van monsters

Afhankelijk van de aard van het staal en van de aangevraagde analyses worden de afgenomen stalen na analyse afgestopt en gedurende een welbepaalde termijn bijgehouden.

Als algemene richtlijn wordt gehanteerd:

  • Sera-, fluoride- en heparinetuben in de originele buis: 6 dagen in koelkast
  • EDTA tuben: 48 uur in koelkast
  • Citraat tuben: 24 uur in koelkast
  • Stalen voor bacteriologisch onderzoek: 7 dagen in koelkast
  • Moleculaire diagnostiek:
    geëxtraheerde RNA stalen: lange termijn (min. 1jaar), diepgevroren bij < -70°
    geëxtraheerde DNA stalen: lange termijn (min. 1jaar), diepgevroren bij -18°C à -24°C

Analysen op bovenvermelde stalen kunnen dus worden bijaangevraagd in functie van de stabiliteit van deze analyse. Deze stabiliteit vind je in de labogids onder 'Stabiliteit- bijaanvraagbaar'.

Algemeen geldt steeds dat bijaanvragen enkel schriftelijk kunnen aangevraagd worden, met verwijzing naar het oorspronkelijke aanvraagformulier!

Op speciale vraag, en na overleg met een klinisch bioloog, kunnen stalen voor lange termijn bewaard worden.

Lichaamsmateriaal (zoals bloed en urine) dat overblijft na het uitvoeren van de analyses kan door het klinisch laboratorium gebruikt worden voor projecten rond kwaliteitsborging en -verbetering, zoals het valideren van nieuwe methodologieën, of voor educatieve of wetenschappelijke doeleinden. Dit gebeurt steeds conform de wet van 19 december 2008 inzake het verkrijgen en het gebruik van menselijk lichaamsmateriaal met het oog op de geneeskundige toepassing op de mens of het wetenschappelijk onderzoek.  Deze wet bepaalt dat het gebruik van dit zogenaamde restmateriaal toegelaten is, tenzij de patiënt (of diens vertegenwoordiger) een schriftelijke weigering heeft bekendgemaakt aan de medisch directeur of aan de laboratoriumdirecteur (zie contactpagina).