ANTIMYCOTISCHE THERAPIE | |||
Candidiasis oropharyngeaal (immuuncompetente patiënt) | |||
Therapie | fluconazol 200 mg, po éénmalig | ||
Candida oesofagitis (immuungecompromitteerde patiënt) | |||
Therapie | fluconazol 200 mg, 2x/dag iv of po gedurende 14-21 dagen |
||
Candida in hemocultuur | |||
Candida in hemocultuur: Empirisch (species nog niet geïdentificeerd) | |||
Therapie | fluconazol 800 mg, 1x/dag iv, gevolgd door 400 mg, 1x/dag iv of po gedurende 14 dagen Bij ernstig zieke patiënten met nood aan opname op intensieve zorgen kan een echinocandine (caspofungine of anidulafungine) aangewezen zijn, echter altijd in overleg met arts intensieve zorgen of microbioloog aangezien geen terugbetaling is voorzien voor deze indicatie met mogelijk zeer hoge kosten voor de patiënt. |
||
Candida in hemocultuur: Candida albicans, Candida tropicalis, Candida parapsilosis | |||
Therapie | fluconazol 800 mg, 1x/dag iv, gevolgd door 400 mg, 1x/dag iv of po gedurende 14 dagen |
||
Candida in hemocultuur: Candida glabrata, Candida krusei (fluconazol-resistent) | |||
Therapie | caspofungin 70 mg, 1x/dag iv op dag 1, gevolgd door 50 mg, 1x/dag vanaf dag 2 gedurende 14 dagen of anidulafungine 200 mg, 1x/dag iv op dag 1, gevolgd door 100mg, 1x/dag vanaf dag 2 gedurende 14 dagen |
||