VASCULAIR KATHETERGERELATEERDE INFECTIES - VOLWASSENEN
 
Katheterkolonisatie met positieve hemocultuur (na verwijderen katheter)
Therapie cfr. gerichte therapie bij sepsis
Katheterkolonisatie zonder positieve hemocultuur (na verwijderen katheter)
   
Staphylococcus aureus (methicilline-gevoelig, MSSA)
Therapie flucloxacilline (1g, 6x/dag iv) gedurende 5 dagen
Staphylococcus aureus (methicilline-resistent, MRSA)
Therapie vancomycine gedurende 5 dagen
Staphylococcus spp. (coagulase­-negatief)
Therapie Patiënt zonder prothesematerialen (hartklep, aortaprothese, enz.):
verwijderen van katheter is therapeutisch

Patiënt met prothesematerialen sinds minder dan 3 maanden:
flucloxacilline (1g, 6x/dag iv) gedurende 5 dagen
alternatief vancomycine gedurende 5 dagen
Enterococcus spp.
Therapie Patiënt zonder prothesematerialen (hartklep, aortaprothese, etc.):
verwijderen van katheter is therapeutisch

Patiënt met prothesematerialen sinds minder dan 3 maanden:
amoxicilline (1g, 6x/dag iv)
Gram-negatieve bacillen (bv. Escherichia coli, Klebsiella pneumoniae)
Therapie verwijderen van katheter is therapeutisch
Candida spp.
Therapie Patiënt zonder prothesematerialen (hartklep, aortaprothese, etc.):
verwijderen van katheter is therapeutisch

Patiënt met prothesematerialen sinds minder dan 3 maanden:
fluconazol 400mg/dag po gedurende 5 dagen
Antibiotic lock therapie
Therapie Indien vermoeden centraal veneuze kathetersepsis en onmogelijk katheter te verwijderen
zie procedure Antibiotica-lock